M’n nichtje Ellen en haar man Mathijs hadden op hun voucher voor Rotorua geschreven dat we zeker ook naar Mount Maunganui moesten en dat hebben we dus braaf gedaan. Inderdaad een dikke aanrader, een klein stadje dat prachtig aan zee ligt in de schaduw van de berg. We konden hier eindelijk weer een beetje buiten onze camper leven in plaats van bibberend als twee sardientjes naast elkaar te liggen. Inmiddels hebben we wel van veel Nieuw-Zeelanders gehoord dat dit ‘the worst summer ever’ is, dus het ligt niet helemaal aan ons dat we het wat warmer hadden ingeschat. ;)
Uiteraard besloten we de ‘berg’ ook te beklimmen en wel vlak voor de zonsondergang. In de onderste regionen liepen allemaal schapen rond, superleuk en het droeg helemaal bij aan het Nieuw-Zeeland-gevoel. Nieuw-Zeeland heeft namelijk amper dieren, er zijn alleen maar een miljoenmiljard schapen, af en toe wat koeien en wat musjes. Echt een schril contrast met Australië dat qua wildlife echt met twee vingers in de neus de competitie wint. Dus daar hadden de parents toch mooi mazzel mee.
Nadat we de schapen-area achter ons hadden gelaten, werd het een inspannende klim. Uiteraard waren we op slippers en uiteraard was dat niet het allerbeste idee op deze ‘slippery roads’. Toch bereikten we ruim voor zonsondergang de top om vervolgens tot de ontdekking te komen dat we de beste view toch een stuk meer naar beneden hadden. ;)
Na een medium zonsondergang -sorry, we raken verwend, maar er zat echt een wolkje voor-, daalden we weer af naar onze camper. De volgende dag gingen we door naar Coromandel. Dit is een -bijna- schiereiland bovenaan in het midden van de kust. Hier vonden we een mooie camping aan Hot Water Beach. Een strandje dat gelegen is boven twee magmastromen, waardoor er bij eb ineens een hoop heet water naar boven komt. Als je dan een kuil graaft, loopt deze vol met water en heb je je eigen hot pool. Bij deze activiteit hebben de Duitsers een streepje voor, dat snap je.
In de brochures leek het alsof je lekker romantisch met z’n tweeën in zo’n kuil zou zitten, uitkijkend over het strand. In werkelijkheid zaten we bijna rug-aan-rug met honderden andere toeristen die allemaal hetzelfde soort schepje hadden gehuurd om hun speciale hot pool mee te graven. Wel kwam het kind in Jitze boven en hij maakte een aantal mooie dijkjes (je blijft toch Nederlander) om te zorgen dat wij rechtstreeks warm water kregen vanuit de bron.
Vervolgens ging ik lekker liggen lezen en bewaakte Jitze onze wateraanvoer en greep soms in als anderen deze plompverloren afsneden door lukraak een schep zand in onze stroom te scheppen. Na een uurtje waren we het wel weer zat en gingen we terug naar de camping, waar we elke avond fish & chips aten, want dat was het enige betaalbare (en het paste ook wel bij ons campertje).
De volgende dag reden we naar Auckland waar we onze camper in moesten leveren. Ik zou liegen als ik zou zeggen dat we dit met gemengde gevoelens deden. Onze enige emotie was namelijk opluchting. NOOIT WEER ZO’N CAMPER. Vooral Jitze had het zwaar met de matras, verder hing er best een vreemd geurtje aldoor en het ding slurpte benzine. Ook was er nagenoeg geen opbergruimte en was de inventaris nog slechter dan die van een gemiddeld studentenhuis. Het was de goedkoopste camper ever, maar ik gok dat we goedkoper uit waren geweest als we gewoon een auto hadden gehuurd en vervolgens in kleine accommodaties op campings hadden overnacht.
Maar goed, we waren hem weer kwijt en gingen op naar onze Airbnb voor de komende 2 nachten. Maar eerst gingen we nog even naar een opticien. Jitze is namelijk ontzettend kleurenblind en er zijn brillen op de markt die dit zouden verhelpen. Het werkt alleen lang niet bij alle kleurenblinden, dus wilde Jitze eerst zo’n bril testen alvorens hem aan te schaffen. En deze opticien was het eerste verkooppunt dat we op onze route tegenkwamen. We hadden eigenlijk een afspraak moeten maken, maar omdat de opticien ook wel snapte dat dat hem niet ging worden, mocht Jitze tussendoor. Hij werd onderworpen aan een aantal testen waaruit bleek dat hij toch echt ernstige problemen met rood en groen had. De bril waarvoor we eigenlijk kwamen, deed helemaal niets, maar gelukkig was er nog een andere optie. Deze bril was ontworpen door Japanners, maar omdat de lenzen felroze zijn, wilden ze ze zelf niet dragen, want dan dacht men dat ze bezeten waren (?). Gelukkig had een Australisch bedrijf de productie overgenomen en kon Jitze het zodoende uitproberen. Na het opzetten van de bril zag hij voor het eerst in zijn leven echt de kleur rood. Voor hem was tot dan toe een soort groenbruin geweest, dus hij raakte ongeveer overprikkeld van de felheid. Uiteraard heeft hij de bril aangeschaft en nu zet hij hem te pas en te onpas op om steeds weer tot de conclusie te komen dat de werkelijkheid toch iets gekleurder is dan hij dacht.
Bij onze Airbnb hadden we een privékamer bij verpleegkundige Sue en na onze nogal slechte privékamer-ervaring in Brisbane waren de verwachtingen niet erg hoog. Sue was niet thuis, dus we lieten onszelf binnen met de sleutel uit de keybox buiten en waren direct zeer aangenaam verrast. Het geurde overal naar lelies, twee zwarte terriërs lagen idyllisch op de veranda en het leek brandschoon. Onze kamer was boven, had een eigen badkamer en was totally lovely. Ook Sue was geweldig, echt zo’n verpleegkundige van de oude stempel en ze gaf aan dat ze haar bovenverdieping alleen maar verhuurde omdat ze het gezelschap zo leuk vond.
Ze stelde ongeveer haar hele huis tot onze beschikking en zette ’s ochtends zelfs ontbijt voor ons klaar. Daarbij had ze heerlijk snel internet (echt een luxe na Australië en Nieuw-Zeeland) en een douche die niet werkte op muntjes. ;) We kwamen helemaal bij en besloten ’s avonds eens lekker uiteten te gaan. Het was alleen 14 februari en dus Valentijnsdag. We hadden onze campingsmoking nog aan, maar aangezien mode tot dan toe geen prioriteit leek voor de Kiwi’s vonden we dat dit wel kon voor een snelle pizza. Toen we een Italiaan naar ons zin hadden gevonden, bleek al snel dat we het helemaal mis hadden. Iedereen was extreem opgetut, heerlijk ruikend en wij vielen dus nogal uit de toon.
Er was nog één tafel beschikbaar, maar dan moesten we wel binnen anderhalf uur weer weg zijn. We vonden alles prima, want we wilden toch niet langer underdressed in deze omgeving vertoeven. Toen we besloten alleen 1 pizza en een glas wijn per persoon te nemen, hadden we helemaal afgedaan bij de bediening. Toen we na een half uur onze -overigens heerlijke- pizza ophadden en de rekening vroegen, beet de serveerster ons toe: ‘well, that’s a very, very early evening for you right..’ Gelukkig werden we weer hartelijk welkom geheten door Sue die alles rondom Valentijn toch maar ‘ridiculous’ vond en hebben we nog een gezellige avond gehad.
Vanochtend hebben we Sue’s huisje weer verlaten en zijn we naar het vliegveld gegaan voor ons honeymoon-hoogtepunt: 10 dagen eiland-hoppen in Frans Polynesië, jullie mogen jaloers worden. Bij het inchecken begon het al goed, omdat Jitze zo lang is, kregen we een plek bij de nooduitgang, waardoor we nu echt 3 meter beenruimte hebben.
Verder vind ik het echt heeeerlijk en vakantie-achtig om in Frans begroet te worden én kregen we bij het aan boord gaan direct een Tahiti-bloemetje. Het hele vliegtuig ruikt dus ook heerlijk naar frangipani en we kunnen niet wachten om straks de lagoon te zien. Helaas is het inmiddels al donker, dus zal dat tot morgen, 16 februari, moeten wachten. Wel bijzonder is dat dat voor ons voor de tweede keer 16 februari wordt. We gaan namelijk in één klap 23 uur terug in de tijd en passeren dus de datumgrens. Helemaal niet erg trouwens dat onze reis met een dagje verlengd wordt.
We slapen vannacht op de airport van Tahiti (wel in een hotel ;)) en vliegen dan morgen door naar Moorea, ons eerste bounty-eiland. De vlucht duurt 8 minuten, dus we zijn erg benieuwd of we dan een beetje een mooi uitzicht hebben! Het internet zal daar midden in de Stille Zuidzee wel beperkt zijn, maar wellicht kunnen we toch af en toe een jaloersmakend foto’tje eruit gooien. ;)