Althans dat is natuurlijk waar we op hoopten. De overtocht met de ferry verliep soepeltjes. Het was helemaal vol vanwege Waitangi Day en wij zaten aan een tafeltje met een Nieuw-Zeelandse vrouw die ons superveel tips heeft gegeven, altijd handig. Iedereen die wij tijdens de reis ontmoeten, heeft echt 10x meer gereisd dan wij, onze wereldreis is meer een weekendje weg zeg maar voor de échte reizigers.
We wisten nog steeds niet zeker of we Wellington wilden bezoeken, maar toen we eenmaal in aanraking kwamen met de regen en de wind daar, was de keuze snel gemaakt, nog meer noordelijk maar! Jitze heeft familie wonen op het Noordereiland (hij heeft ze 1x gezien familie van z’n moeder) en het leek ons leuk om daar even onaangekondigd langs te rijden. Helaas troffen we alleen hun zoon aan, paps & mams waren even op een cruise en hij paste op het huis. De zoon was strikt genomen natuurlijk ook familie van Jitze, een soort van achterachterachterneef oid, maar ik geloof niet dat ze de band erg voelden. Na wat koetjes en kalfjes onder toeziend oog van hond Rakker (amper uit te spreken voor de zoon) onder de carport, reden we naar de enige camping in het dorp.
Het regende (what’s new), dus we brachten de avond in de camper door en gingen de volgende ochtend vroeg op pad naar Tongariro. Hier wilden we de Tongariro Crossing lopen, een wandeling van dik 20km over een vulkaan. Eenmaal op weg zag ik echter dat ook in Tongariro geen lekker weer te verwachten was, dus we besloten eerst nog maar wat verder te rijden, naar Taupo. Je kunt die crossing echt alleen maar lopen bij goed weer namelijk, bij harde wind bijvoorbeeld sluiten ze de vulkaan.
In Taupo kwamen we aan op een paradijselijke camping, heerlijk groot zwembad en een keuken met enorme koelkasten die vrij te gebruiken waren. Onze camper heeft geen koelkast, wat extreem niet aan te raden is. We boekten direct 3 nachten en bruinden even wat bij. De volgende dag -verrassend- sloeg het weer om en was het waaierig en bewolkt. Wel prima weer om op pad te gaan, dus we gingen naar ‘The Craters of the Moon’, een klein geothermisch parkje. Het was erg leuk, en vreemd om overal gewoon stoom uit de aarde te zien komen.
Op de terugweg gingen we langs de Huka Falls, naast de Huka Lodge waar WA & Maxima hun honeymoon door hebben gebracht. Ik had ook liever daar gezeten dan op de camping, maar goed, zij hadden geen huwelijksreis van 5 maanden, dus daarom konden zij het waarschijnlijk wel betalen. ;)
Voor de dag erna hadden we een rafttrip geboekt, dat wilden we al doen sinds Queenstown, maar was daar onbetaalbaar. ’s Middags togen we naar Turanga om vervolgens per busje naar het begin te worden gebracht. Het water van de rivier was 8 graden, dus we kregen een fleecetrui, lange wetsuits en een waterproof jack aan. Smoorheet in de bus, maar echt noodzakelijk op de rivier. We zaten met z’n zessen op een raft en wij werden ingedeeld bij Captain Jack die 4 van z’n vrienden had uitgenodigd en dus al aangaf dat hij er wel wat spectaculairs van ging maken.
Nog geen 3 minuten na vertrek, werd vriend 1 al overboord gegooid, dus ik hield me nog maar iets steviger vast aan de touwen in de raft. Het was echt super, we hadden echt by far de meest avontuurlijke boot. Waar andere groepen in een stroomversnelling bijvoorbeeld in de raft op de bodem moesten gaan zitten, maande Jack ons juist om extra hard te gaan peddelen vanaf de rand, zodat we spinnend door de rapids gingen.
Ik was de enige vrouw in onze raft en dat werd pijnlijk duidelijk toen Jack vroeg of we ook om wilden slaan. Met 6 stemmen tegen 1 lagen we even later in het inderdaad ijskoude water. Niet grappig. Toen we even later bij een uitstekende rots kwamen, maakten we een stop om ervan af te springen. Het was gaaf, maar zoooo koud, duurde echt een halve minuut, voordat je weer kon ademen zeg maar, nadat je in het water was geland. Jitze was helemaal los en dacht de tweede keer wel even een salto te kunnen maken. Dat ging ook prima, alleen had hij ’s avonds zo’n onwijze last van rug & schouders dat hij hier wellicht toch wat spijt van had. ;)
Halverwege de tocht meerden we aan en kregen we warme chocolademelk en marshmellows, precies wat je nodig hebt om even weer op te warmen. Captain Jack en één van z’n vrienden trakteerden ons nog op een originele Haka (zie later filmpje dat online komt als we ooit een goede verbinding hebben) en we deden een Maori-drankspel (zonder drank).
Eenmaal terug op de basis waren er hotdogs en bier, dat soort dingen is hier toch wel anders geregeld dan in Azië. Tijdens de zeer pijnlijke avond voor Jitze (hij geeft zelf het raften de schuld en niet de salto) besloten we dat het geen goed idee zou zijn om de crossing te gaan lopen de volgende dag. Daarbij zou het een graad of 4 worden op de vulkaan en hadden wij daar geen passende kleding voor bij ons. We hebben de Nieuw-Zeelandse zomers echt compleet verkeerd ingeschat, al hadden we echt wel verwacht dat er dagen zouden zijn waarop het maar een graad of 21 zou worden. En dat wordt het inderdaad ook af en toe, maar de rest van de dagen is het veel kouder! Maar goed het zou denk ik ook niet zo’n mooi land zijn qua natuur als het altijd 30 graden zou zijn. Wij verheugen ons in ieder geval intens op Tahiti!
De volgende dag gingen we naar Thermal Wonderland in Rotorua. Dit gebied ligt echt midden op twee verschuivende aardplaten en de geothermische activiteit is dus enorm. We liepen een tijdje en waren net de eerste kokende modderpoel aan het bekijken, toen ik erachter kwam dat ik mijn telefoon in de wc had laten liggen. Ik was direct in paniek en stamelde iets tegen Jitze -die toen dacht dat ik m’n parkfoldertje in het kokende water had laten vallen (?)- en sprintte dus terug naar de ingang, half onwel van alle zwaveldampen, waardoor ik geen woord kon uitbrengen tegen de bewaker bij de ingang en zag gelukkig in het toilet mijn telefoon precies zo liggen als hoe ik hem achtergelaten had. Heel fijn dat er toch nog eerlijke mensen zijn die hem dan niet snel zelf meenemen.
Eenmaal tot rust gekomen, deden we een tweede poging om het park te bezoeken en dit ging beter. Er waren 3 routes en wij kozen -uiteraard- voor de langste. De zwavelgeur was af en toe enorm penetrant, maar aangezien het zo bijzonder was wat we allemaal zagen, was dit het helemaal waard. Zoals altijd werd het mooiste voor het laatst bewaard en The Devil’s Bathtub was ook echt spectaculair. De kleur wordt beïnvloed door het weer en was bij ons gifgroener dan groen.
De budget-app die Jitze netjes bijhoudt, probeert op ons gevoel in te werken na al deze uitjes door dagelijks opmerkingen te maken als: ‘Hope it was worth it….’, ‘Why should I even bother?’ en ‘Budgets just aren’t for you, huh?’. Gelukkig hebben we nog maar een maand te gaan én zijn alle tickets geboekt, dus thuiskomen gaat zeker lukken. Verder zouden we natuurlijk makkelijk kunnen bezuinigen op bijvoorbeeld campings, maar ik trek al die natuurcampings met dixies echt totaal niet en we willen ook nog wel gewoon fatsoenlijk kunnen douchen en ons niet hoeven te wassen in de rivier.
Inmiddels zijn we beland in Mount Maunganui, helemaal aan de noordkust. Het weer begint hier eindelijk ergens op te lijken, want het wordt de komende dagen een graad of 25. Ook is de budget-app hopelijk voor de verandering trots op ons, want er zijn geen uitjes gepland en we hebben een volle tank benzine…