We overnachtten 1 nacht in Medan, omdat we een vroege vlucht hadden de volgende dag naar Jakarta. Medan is echt een verschrikkelijke stad en er waren alleen maar verschrikkelijke hotels.
Uiteindelijk vonden we een betaalbare kamer, uiteraard zonder ramen en met -tot Jitzes grote schrik- een ‘schepper’. Ik had de ‘schepper’ al heel vaak meegemaakt bij toiletten langs de weg, maar omdat Jitze nooit drinkt/een megablaas heeft en dus nooit naar de wc moet, was dit zijn eerste keer.
De ‘schepper’ ziet eruit als een normaal toilet, maar heeft geen doorspoelfunctie. Je wordt geacht dit zelf te doen door water uit een dubieuze bak te scheppen (!) en vervolgens met enige kracht in de pot te deponeren. Hierdoor word je geforceerd om een tijdje naar je eigen product te kijken en dat is inderdaad niet erg prettig, zeker niet als je te weinig water ‘schept’ en het allemaal niet zo vloeiend verdwijnt.
Vanaf dat hotel moest ik van Jitze accommodaties met een ‘schepper’ vermijden.
De volgende ochtend vlogen we van Medan naar Jakarta en ik had toch weer stress, want halverwege ging het lampje ‘fasten your seatbelts’ aan, dus ik wachtte angstig op de enorme turbulentie die vast zou komen. Het bleef uiteindelijk bij 3 trillinkjes, dus we hadden waarschijnlijk gewoon een voorzichtige piloot.
Eenmaal geland in Jakarta namen we een taxi naar het station, want we wilden met de nachttrein naar Malang. Overal op internet stond dat je deze trein niet vooraf hoefde te reserveren, dus dat werd geen probleem dachten we. Helaas moet je blijkbaar wel reserveren als het de verjaardag van Mohammed is, want heel Indonesië was om deze reden vrij en wilde met de trein.
Geen ticket meer te krijgen dus en uiteindelijk besloten we dan maar naar Yogjakarta te gaan, een hotel te fixen voor een paar uur slaap en dan de volgende ochtend de dagtrein te nemen.
We kwamen midden in de nacht aan in Yogjakarta en gingen het eerste het beste hotel binnen. We bedongen nog wat korting en kregen een mooie kamer, uiteraard zonder raam. Na 5 uur slaap zetten we de backpacks weer op en vervolgden we onze koers naar Malang. Dit keer in de derde klasse, dus we zaten urenlang knie-aan-knie met twee starende locals.
In Malang hadden we een pick-up geregeld via de homestay waar we de komende 2 nachten zouden verblijven. Dit ging vlekkeloos en in de stromende regen werden we onder een paraplu naar een busje geleid. We hadden een tour geboekt naar de -nog actieve- Bromo vulkaan en gingen deze met de zonsopkomst bekijken. Gelukkig wel pas de volgende dag, want we waren compleet kapot van al dat gereis en de korte nacht in Yogjakarta.
We zaten samen met een ander Nederlands stel in de homestay en zij gingen twee nachten achter elkaar vulkanen beklimmen. Mij was dus al door de eigenaar van de homestay gevraagd of wij dat niet ook wilden. Maar nee, sowieso hadden we geen zin om 2 nachten achter elkaar om 00:30 op te staan en ten tweede vonden we 1x zo’n zware hike wel genoeg. Uiterst ontspannen zaten we dus in de gezamenlijke woonkamer van de homestay een drankje te doen met het andere stel, terwijl we ons verheugden op een lange, lange nacht slaap.
Maar toen kwam Yohanes, de eigenaar, met een serieus gezicht de kamer binnen: ‘who is Annemarie?’ ‘Annemarie, we have a problem…’ En hij legde uit dat we onze tour naar de Bromo niet de volgende dag pas konden doen, omdat de vulkaan dan dicht zou zijn, omdat er een geesten-uitdrijfceremonie gehouden ging worden, waarbij veel geiten geslacht zouden worden en het bloed overal zou rondvliegen (?).
Of we dus toch dezelfde nacht nog mee wilden… Jitze en ik zagen onze lange nacht slaap in rook opgaan en zuchtten diep. We vonden het wel een originele smoes van de eigenaar, we geloofden er alleen geen klap van, het was gewoon veel voordeliger voor hem als we allemaal tegelijk zouden gaan.
De andere Nederlanders vonden het wel een goed idee als wij mee zouden gaan, want dan konden we met hen een busje delen en hoefden zij niet met 6 Chinezen in een busje, maar werden er twee busjes ingezet. Uiteindelijk zou het ons een extra dag op Bali opleveren, dus we besloten ons er maar doorheen te bikkelen en gingen snel slapen om nog een paar uur mee te kunnen pakken.
Slapen lukt natuurlijk niet tussen 18:00 en 00:00, maar ja, als je ligt rust je ook uit, hè ma? ;) Helemaal fris (not) stapten wij dus om 00:30 in het busje dat ons in ongeveer 3 uur naar de vulkaan zou brengen. Gelukkig was het wel supergezellig met het andere stel, dus dat hield ons wel wakker. De zon zou om 5:00 op komen en een half uur van tevoren moesten we toch wel bij het viewpoint zijn. Alles ging prima volgens planning en om 3:30 werden we afgezet ergens halverwege de berg. Ook het busje met Chinezen werd gelost en gezamenlijk hadden we 1 gids. Kamp Holland was in no time bepakt en bezakt, maar bij de Chinezen duurde het eindeloos. Het waren zestigers, ze spraken geen woord Engels en leken er niet uit te komen wat ze nou allemaal mee moesten nemen naar boven.
Inmiddels werden wij een beetje ongeduldig, want het leek al een heel klein beetje lichter te worden en we moesten nog minstens een uur naar boven lopen. Toen we dan eindelijk vertrokken, bleek al na een paar bochten dat de Chinezen dit no way vol gingen houden en de gids besloot ons alleen naar boven te laten gaan. We merkten al vrij snel dat we te laat zouden komen, de klim was superzwaar en ik had moeite met ademen door de hoogte (bijna 2800m). Jitze en de anderen hadden nergens last van, dus ik voelde me de kneus van de groep. Een half uur na zonsopkomst bereikten we dan eindelijk de top en konden we nog even genieten van het uitzicht. Het was behoorlijk bewolkt, dus erg veel hadden we niet gemist trouwens.
Voor de Aziaten was niet Mount Bromo de grote attractie, maar Jitze. Massaal wilden ze met hem op de foto.
Na een tijdje stapten we in een jeep die ons aan de andere kant van de berg naar beneden zou rijden, naar Mount Bromo zelf, die we dan ook weer konden beklimmen.We liepen door een zwarte vallei en konden Bromo amper zien door de bewolking, maar hoopten dat het misschien toch nog wat zou opklaren.
Overal liepen mannen met paarden die je voor een paar euro een lift naar de top konden geven. Ik zag dit wel zitten, maar Jitze ging niet akkoord: ‘we zijn toch geen mietjes!’
Happend naar adem besteeg ik dus de Mount Bromo in het tempo van een bejaarde. 5 van de 6 Chinezen waren inmiddels afgehaakt en lagen te slapen in de jeep. De zesde had zich dus bij ons aangesloten en liep stralend continu selfies te maken (met ons) en probeerde ons van alles duidelijk te maken, maar ze kon letterlijk geen woord Engels, dus we snapten er niks van. Het laatste stuk naar de Bromo kon per trap afgelegd worden, wat heel makkelijk klinkt, maar echt hels is door de ijle lucht. Ergens halverwege begon het naar zwavel te ruiken, waardoor ik acuut zin kreeg in heel veel eieren met spek. We hadden namelijk nog steeds niks gegeten en normaal gesproken kan ik helemaal niks zonder ontbijt. Jitze daarentegen slaat zijn ontbijt het liefste over en doordat hij dus nu in natuurlijke omstandigheden verkeerde, was het logisch dat hij het beter vol kon houden dan ik. ;)
Boven op de vulkaan aangekomen, nam ik een grote teug lucht om bij te komen en dat had ik beter niet kunnen doen. Ik inhaleerde zwavel en weet ik veel wat voor prikkelende gassen nog meer en kreeg acuut geen adem meer. Aangezien er ook nog eens helemaal niks te zien was, heb ik me direct weer omgedraaid en ben ik tot halverwege de trap afgedaald.
Jitze ruilde mij direct in voor de Chinees en liep samen met het andere stel een stuk over de rand van de vulkaan. Na een tijdje konden ook zij de dampen niet meer aan en zijn we langzaam naar de jeeps teruggelopen. Inmiddels was het iets minder bewolkt en konden we iets beter zien in wat voor surreëel landschap we ons eigenlijk bevonden.
We stapten na een tijdje weer over in ons busje en stopten dan om 10:00 ein-de-lijk voor een ontbijt, dat bestond uit… nasi. Ik heb allang afstand gedaan van m’n twee crackers met kaas in de ochtend (heimwee!!), dus nam vol goede moed een grote hap. Helaas bleek dat je ook Indonesiërs niet kan vertrouwen qua spicyness, dus ik heb Jitze z’n spiegeleitjes maar gejat en hem droge rijst laten eten, want het was echt veel te pittig.
Wederom bestegen we het busje, nu op weg naar de ferry-haven van Java, op naar Bali. Volgens de planning zouden we hier rond 14:00 moeten zijn, maar al snel bleek dat we dat toch niet gingen halen. Onze chauffeur was inmiddels ook al de hele nacht wakker en nam op een gegeven moment pillen met ephedrine in. Volgens mij hartstikke verboden in Nederland, maar ach zolang hij niet in slaap zou vallen vond ik het wel best. We vermaakten ons ondertussen prima met de andere Nederlanders door foute après-ski-muziek te draaien in het busje (en hoopten stiekem dat dit de chauffeur ook wakker zou houden). Ik had inmiddels visioenen van pizza’s & pasta’s, maar overal waar we stopten hadden ze alleen maar lokaal eten, dus ik overleefde op een magnum white en een flesje cola.
Uiteindelijk waren om iets van 17:00 pas bij de haven en anderhalf uur later op Bali. We wilden met de public bus naar ons hotel, maar wederom was er zo’n vervelend mannetje á la Josh (zie vorige blog), die de prijs opdreef tot bizarre hoogte. Uitgehongerd en kapot weigerden we hieraan mee te werken en hebben dus een taxi genomen. Wel 10x zo duur, maar we konden tenminste zelf onderhandelen en het zat een stuk relaxter.
Het was al bijna nacht toen we eindelijk in ons hotel kwamen, het restaurant was al dicht, we hadden echt geen energie meer om ergens anders op zoek te gaan naar eten, dus Jitze heeft zich tegoed gedaan aan een zak pinda’s op de kamer en we zijn als een blok in slaap gevallen…