Onze laatste avond in Melbourne gingen we naar Brighton Beach, bekend om z’n gekleurde strandhuisjes. Superleuk om te fotograferen natuurlijk, dus we gingen los. Vanaf hier hadden we ook fantastisch uitzicht op de skyline van Melbourne.
Via een dierenpark in Ballarat, een uurtje landinwaarts vanaf Melbourne, reden we de volgende dag naar het begin van de Great Ocean Road in Lorne.
Het dierenpark was ons aangeraden door een Nederlandse serveerster/backpacker, ze had nog nooit zoveel kangoeroes gezien én als bonus zou het naast een dorpje liggen waar de tijd had stilgestaan en ze naar goud zochten alsof het nog de jaren ’50 waren.
Klonk helemaal leuk, dus ’s ochtends betraden we vrij vroeg het park. Er waren inderdaad immens veel kangoeroes, waardoor heel eerlijk het bijzondere er een beetje af was. Waar we op Phillip Island nog super enthousiast waren bij elke kangoeroe die we zagen, waren er hier zoveel dat het meer een kinderboerderij leek. Ook werden ze de hele dag gevoerd door de bezoekers, dus ze hadden niet eens echt zin om op te staan, maar lagen lui te wachten, totdat iemand ze weer iets aanbood.
Er waren ook een paar koala’s, erg cute, maar op onze wishlist staat knuffelen met een koala en dat was in dit park niet toegestaan. Wel kon je op de foto, terwijl een ranger de koala bij je houdt, maar dat vonden we allemaal nogal lafjes. Het beleid hoe er met de koala’s om mag worden gegaan, verschilt per staat en blijkbaar is Victoria er nogal streng in. Ik had al opgezocht dat ‘buurstaat’ South Australia een stuk relaxter is, dus daar gaan we voor de ‘koala-cuddle-experience’!
De volgende stop was dus dat authentieke dorpje. Het zou er een beetje uitzien als het wilde westen, met overal mannen op paarden met grote cowboyhoeden en echte saloons met van die klaphekjes enzo. Verheugend haalden we onze camera’s alvast tevoorschijn, want het gebeurt niet zo vaak dat je ergens komt waar de tijd tientallen jaren heeft stilgestaan. Sowieso is het haast niet voor te stellen dat mensen echt nog als goudzoeker de kost verdienen toch?
En dat bleek dus ook helemaal niet zo te zijn, want het dorpje was geen dorpje maar een openluchtmuseum. Ik vraag me oprecht af of de serveerster/backpacker dat wel begrepen heeft. Hoe dan ook, we hadden geen zin om hier 80 dollar p.p. voor te moeten betalen, dus we zetten koers naar de kust.
Eind van de middag kwamen we aan in Lorne, in ons hotel had de tijd wel stilgestaan overigens. Het was de duurste overnachting van de reis, maar we kregen werkelijk het minste waar voor ons geld. Tenzij je meerekent dat je uitzicht op de Great Ocean Road had, want dat was natuurlijk onbetaalbaar. ;)
We pakten nog een uurtje zon mee op het strand en gingen vervolgens maar eens vroeg naar bed om de volgende dag ook vroeg de Great Ocean Road te kunnen bedwingen. M’n moeder was de volgende ochtend iets te enthousiast met het inpakken en nam een fles wijn mee die tot de minibar behoorde. Tot op de dag van vandaag zitten we dus te wachten op een creditcardafschrijving hiervoor, maar het lijkt alsof de housekeeping gewoon niet zo nauwkeurig oplet.
The Great Ocean Road was prachtig, een superblauwe zee, kalkstenen rotsen en overal wilde bloemen. Helaas ook een complete vliegenkolonie die je belaagde, zodra je de auto uitstapte, dus we hebben niet heel lang naar de Twelve Apostles gekeken. De vliegen zijn hier buiten de steden sowieso wel een probleem, snap niet dat je daar nooit iemand over hoort als het over Australië gaat.
Ons overnachtingsadres van die dag was Halls Gap, in National Park ‘The Grampians’. We hadden hier een enorme cottage gehuurd, waar we haast in verdwaalden. Soms voelt het net alsof we meedoen aan Wie is de Mol, want heel vaak is er geen eigenaar die je welkom heet, maar moet je de sleutel ergens vinden in een keybox die weer ergens verstopt zit. Met verschillende codes en aanwijzingen kom je dan uiteindelijk in de accommodatie, waar vervolgens dan helaas nooit geld ligt. ;)
’s Avonds zagen we gewoon vanaf onze veranda tientallen kaketoes en even verderop, je raadt het al, nog meer kangoeroes. Gewoon in het wild en net zo tam als in het duurbetaalde park van de dag ervoor.
De volgende dag gingen we The Grampians in op zoek naar wat mooie uitzichtpunten. Ik had ‘The Balconies’ al heel vaak voorbij zien komen op Instagram en wilde ook zo’n spectaculaire foto. Ik wist al dat je daarvoor buiten de gebaande paden moest en dat dit dus een stressmomentje voor m’n moeder zou worden (ze houdt er niet van als wij te dicht langs afgronden lopen vreemd genoeg). We trotseerden alle ‘go-back!-borden’ en stonden even later tussen de uitstekende rotsen boven een duizelingwekkend diep ravijn. Terwijl m’n moeder stressig de andere kant opkeek, nam m’n vader een aantal foto’s. En pas toen we weer veilig en wel op het gemarkeerde pad stonden, kon m’n moeder weer opgelucht ademhalen.
De volgende dag reden we eerst naar Mount Gambier, bekend om The Blue Lake. Dit is een meer in de krater van een -niet meer actieve- vulkaan dat in de zomermaanden een andere kleur heeft dan de rest van het jaar. Laten wij nou net midden in de zomer hier zijn, dus wij zagen een prachtig, helderblauw meer. Het zag er haast zo onnatuurlijk uit dat het een soort van giftig leek als je erin zou gaan zwemmen zeg maar.
Hierna gingen we door naar de Barossa Valley, een van de grootste wijngebieden van Australië en bekend van bijvoorbeeld de ‘Jacobs Creek’- en ‘Rawsons Retreat’-wijnen. Toen ik aan het zoeken was naar een leuke tour kwam ik Unique Tours tegen waar je in een Ford Mustang uit 1966 langs de wijngaarden kon. Dit is al sinds jaar en dag Jitzes lievelingsauto, dus na snel overleg met de parents besloten we hem dit als verjaardagscadeau te geven. En omdat er maar plek was voor 2 personen en ik de Echtgenote ben, was ik de gelukkige om mee te mogen. ;)
M’n vader bracht het gesprek de dag voor de tour alvast op auto’s en hoorde Jitze nog even uit. Uiteraard kwam de Mustang ter sprake, dus we verheugden ons al op zijn reactie als hij z’n cadeau te weten zou komen. De volgende ochtend maakte ik Jitze wijs dat we fietsen hadden gehuurd en die rond 10:00 op moesten halen bij de receptie. Toen we erheen liepen en Jitze de Mustang zag staan, was het: ‘kijk Jaap, zo een bedoel ik nou, echt heel erg mooi…’ De man van de Mustang speelde mee en vroeg of Jitze misschien op de foto wilde met de auto. Dit wilde hij uiteraard en toen de man vervolgens aanbood dat hij ook wel even achter het stuur mocht plaatsnemen, keek Jitze helemaal alsof al zijn dromen tegelijk uitkwamen.
Hij had nog steeds helemaal niets door en zat gelukzalig voorin de auto. We besloten toen toch maar eens kenbaar te maken dat we de auto de hele ochtend tot onze beschikking zouden hebben en ik geloof dat onze verrassing wel in de smaak viel. ;) M’n ouders stapten op de gehuurde fietsen en wij verplaatsten ons naar de achterbank. En ik moet zeggen: ik heb niet zo heel veel met auto’s, maar ik zou het geen bezwaar vinden als Jitze er later als we groot zijn ook zo eentje neemt. ;)
We hadden prachtig weer, dus het was echt superchill dat het een cabrio was. We deden een aantal heerlijke wijnproeverijen, kochten hier en daar een flesje, stopten uiteraard een paar keer voor een fotosessie en kwamen begin van de middag weer terug op de camping. De parents hadden er inmiddels al 30km opzitten met hun fietsjes en hadden ook geen wijnen geproefd, dus die zaten er wat fitter bij dan wij.
Toch besloten we ’s middags nog een kleine tocht op de fiets te maken, dus ook wij moesten aan de hier verplichte helm geloven. Ik wilde nog vragen hoe hoog de boete is als je zonder helm rijdt, maar volgens Jitze paste geen enkele boete in ons budget, dus helaas moest de helm echt mee…
Na een helse tocht naar wat later bleek het meest hooggelegen wijndorpje te zijn, waren we alle vier volkomen uitgeput en verlangden Jitze en ik wanhopig terug naar onze Mustang. Na een ijskoud drankje maakten we ons met tegenzin klaar voor de terugrit, maar wat bleek: de heenweg was een soort van enorm vals plat geweest en het enige dat we nu kilometerslang hoefden te doen, was remmen!
Eenmaal weer aangekomen bij onze bungalow maakten we alvast de eerste flessen lokale wijn soldaat, die heeeerlijk smaakten na zo’n lange dag. ;-) En toen was alweer de laatste week van de vakantie van de parents aangebroken! We hebben nog 3 dagen Kangaroo Island voor de boeg en 2 dagen Adelaide en dan zit ons gezamenlijke Australië-avontuur erop!